Je kunt je geheugen vergelijken met plekken in je eigen huis!
- De voordeur: het zien, horen, lezen, kortom waarnemen van iets wat je zou kunnen onthouden.
- De inkomhal = het kortetermijngeheugen (KTG): de kracht om iets even te onthouden (ca. 18 seconden)
- Je eigen kamer = het langetermijngeheugen (LTG): de kracht om iets grondig te onthouden, te kennen.
Om te volgen hoe iets in je geheugen geraakt, kun je eens nadenken over de volgende situatie.
Ding dong, daar gaat de bel. Wat doe je als het gaat om …
- … twee jongens die lotjes voor hun voetbalclub verkopen
- … een klasgenoot die uitleg komt vragen
- … de poetshulp
- … bezoek voor je ouders
- … die leuke nieuwe jongen / dat leuke nieuwe meisje van de jeugdbeweging
- … drie Getuigen van Jehova
- … de postbode met een pakketje
Wie ….
A. laat je buiten op de stoep staan?
B. laat je tot in de inkomhal komen?
C. laat je meegaan tot in je kamer?
Je merkt het al: niet alles wat je ziet of hoort, raakt in je LTG . Wat maar tot in het KTG raakt, verlaat het geheugen weer snel. Iets wat je boeit of wat jij belangrijk vindt, raakt het snelst in het LTG en blijft daar ook wat langer.