- Controleer of je alles begrijpt. Als je op tijd start met studeren, kan je nog vragen stellen aan de leerkracht. Leer je de avond voor je toets of examen, dan kan dat niet meer.
- Gebruik je toetsen om na te gaan wat je wel en niet kende.
- Vertrek bij het studeren altijd van uit het onderwerp van de les. Kijk daarvoor naar de titel van de les. Weet wat je leert!
- Bekijk daarna de onderzoeksvragen (bv. bij geschiedenis) of de tussentitels en ga na of je ze al kan beantwoorden of als je kunt vertellen waarover dat deel van de les gaat.
- Volg de opbouw van de les en lees alles rustig na.
- Overloop de opdrachten en vragen en ga na of je ze zelf kan oplossen of beantwoorden, zonder te lezen wat je geschreven hebt. Dat kan je bv. doen a.d.h.v. een blanco (digitale) versie van je werkboek. Noteer je antwoorden in een kladschrift en verbeter ze ook.
- Kijk- en luisterfragmenten kan je opnieuw bekijken en beluisteren in de digitale versies van je werkboeken.
- Bestudeer de leren-lerenkaders in je cursus en zorg ervoor dat je die leerstof begrijpt.
>>> Terug naar het stappenplan.